In september 2010 bracht de VROM-inspectie een rapportage uit over de handhaving van de EVOA-regels bij export van kunststof afval uit Nederland in 2009. Uit het rapport blijkt, dat bij ruim 20% van de 350 onderzochte grensoverschrijdende transporten van plastic afval de milieuregelgeving in administratief opzicht en/of ook in ‘fysieke zin’ wordt overtreden. De onderzochte transporten maken naar schatting nog geen 1% uit van de totale hoeveelheid geëxporteerd kunststof-afval.
Het feit dat van de resterende driekwart van de containers, administratief wel alles in orde was, wil niet zeggen dat daar geen ‘fysieke’ verontreinigingen aanwezig kunnen zijn; dit is eenvoudigweg niet gecontroleerd. Wat wel duidelijk lijkt geworden uit het onderzoek is dat van de vrachten die administratief niet voldeden, een substantieel deel ook in fysieke zin te verontreinigd is om gerecycled te kunnen worden op legale en aanvaardbare wijze. Van de containers waarvan de administratie niet op orde was, zijn 8 containers nader onderzocht. Alle 8 containers waren te sterk verontreinigd. Deze 8 containers vormden aldus de VROM-inspectie (VI) geen aselecte steekproef, maar hoe representatief deze 8 containers dan wel waren, kon niet worden aangegeven. Een exact beeld van de mate waarin over alle transporten bezien, sprake is van vervoer van verontreinigde fracties, is uit het rapport van de VI niet af te leiden. Bovendien blijkt de VI dit ook niet te kunnen geven, zo bleek bij navraag hiernaar. Wel deelt de VI het beeld, dat sprake is van een nog steeds zorgelijke situatie; kunststof afval zal bijgevolg nog steeds als een prioritaire afvalstroom worden behandeld door de inspectie.
Ook in 2008 en 2009 heeft de VROM-Inspectie overtredingen geconstateerd bij de export van sterk vervuild kunststof verpakkingsafval. Het gaat in de meeste gevallen om export richting China, waar vrij strenge importeisen gelden. Een kleiner deel komt echter via Hong Kong in China terecht. “Het verschil met de rechtstreekse lijn is echter dat het terecht kan komen bij niet vergunde bedrijven. Het op deze wijze exporteren van laagwaardige partijen kunststof die relatief goedkoop worden gekocht, kan leiden tot een deel dat niet daadwerkelijk gerecycled wordt. Ook bestaat het risico dat bij deze niet vergunde bedrijven sprake is van een niet milieuhygiënisch verantwoorde verwerking.”
Ons inziens is er dan ook een intensivering nodig van het toezicht, op zodanige wijze dat wél een volledig beeld kan ontstaan over de mate waarin sprake is van export van verontreinigde kunststoffen. Overigens is dit niet enkel een taak van de overheid, maar ook van Nedvang (kunststof verpakkingen) en ook van de NRK (overige kunststoffen). De brief, die de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu op 10 november zond aan de Tweede Kamer over dit onderwerp, vinden wij dan ook ernstig tekort schieten. De problematische situatie dient veel uitgebreider en systematischer onderzocht en aangepakt. Recycling Netwerk heeft hierover een brief verzonden aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor Infrastructuur en Milieu van de Tweede Kamer.
Lees ook Artikel in EVO Logistiek: Beoogde versoepeling EVOA pakt verkeerd uit