Het gebruikte systeem is veel ingewikkelder gemaakt dan de statiegeldsystemen in het buitenland. Het project toont dus wat het potentieel zou kunnen zijn van echt statiegeld.
In het Brussels project krijgen mensen een aankoopbon als ze blikjes binnenbrengen in een van de drie inzamelpunten. Partners in het project zijn Stad Brussel, de ULB, de UCLouvain en ook Fost Plus, de vzw opgericht door de bedrijven die verpakkingen op de markt brengen.
In dit artikel gaan we dieper in op de gelijkenissen en de verschillen tussen dit retourpremiesysteem en een echt statiegeldsysteem, waarover in Belgiƫ op dit moment een fel debat woedt.
Hoe ziet het retourpremieproject eruit?
Vanaf 2 april staan er twee machines op de universitaire campussen ULB-Solbosch en de UCLouvain campus in Woluwe, en Ć©Ć©n machine in de Stad Brussel. āVoor elk teruggebracht blikje krijgt u een terugbrengpremie van 5 eurocent in de vorm van een aankoopbon bij onze partnerhandelszakenā, aldus de officiĆ«le website van het project, retourpremie.brussels.
Analyse van de gelijkenissen en verschillen tussen het retourpremieproject en statiegeldsystemen
Net zoals bij een statiegeldsysteem krijgen mensen een beloning wanneer ze een blikje inleveren. Maar het project verschilt ook op een aantal belangrijke punten van een effectief statiegeldsysteem zoals dat in Scandinaviƫ en Duitsland al jaren succesvol helpt voor een propere buurt en hoge recyclagecijfers.
Het bedrag
In het retourpremieproject ontvangt een consument voor elk teruggebracht blikje 5 eurocent in de vorm van een aankoopbon.
In statiegeldsystemen gaat het vaak om hogere bedragen. 10 tot 30 eurocent in verschillende Scandinavische landen, 25 eurocent op grote PET-flessen in Nederland, en op blikjes en plastic flesjes in Duitsland. Schotland, dat begin deze maand besliste om statiegeld in te voeren, voorziet 23 eurocent per drankverpakking. De hoogte van het statiegeldbedrag heeft een belangrijke impact op het retourpercentage, blijkt uit de studie van CE Delft, Kosten en effecten van statiegeld op kleine flesjes en blikjes, augustus 2017.
Bron afbeelding: CE Delft, Kosten en effecten van statiegeld op kleine flesjes en blikjes, augustus 2017.
De vorm van beloning
In het retourpremieproject krijgt de consument in het inzamelpunt een aankoopbon, die hij in de partnerhandelszaken kan inwisselen. De plaats waar de consument zijn blikjes inlevert is dus verschillend van de plaats waar hij zijn beloning te gelde kan maken. De lijst op retourpremie.be bevat slechts 3 inzamelpunten en slechts 7 handelszaken.
In statiegeldsystemen daarentegen krijgt de consument zijn statiegeld cash of als vermindering op zijn aankoop terug. Het statiegeld kan in vrijwel alle verkooppunten teruggekregen worden. Het gaat dus over veel meer plaatsen waar je je blikjes kwijt kan en er ter plekke ook statiegeld voor krijgt. Die zichtbaarheid maakt het makkelijker voor de consument en dat zorgt ervoor dat terugbrengen meer gebeurt.
Beperking van de hoeveelheid blikjes
In het retourpremieproject wordt gevraagd om enkel blikjes uit het zwerfafval terug te brengen: āMogen huishoudens hun blikjes verzamelen en naar de machine brengen? Dat is niet het doel van het project. We willen een systeem testen dat toelaat om tegelijkertijd de recyclage van blikjes en de netheid van de straten te verbeteren. De huishoudens blijven hun blikjes verzamelen in de blauwe zak. We rekenen erop dat de burgers het spel meespelenā, staat op de website retourpremie.brussels.
In buitenlandse statiegeldsystemen gaat het uiteraard over alle blikjes. Of ze binnen- of buitenshuis geconsumeerd worden, maakt niets uit voor het recht op statiegeld. Hoe minder blikjes uitgesloten worden, hoe succesvoller het systeem.
Beperking van het bedrag
Een consument kan in het retourpremieproject maximum 1,25ā¬ aan aankoopbonnen per dag/persoon gebruiken. In statiegeldsystemen daarentegen staat er geen plafond op het statiegeld dat men kan krijgen.
Conclusie van Recycling Netwerk
Het retourpremieproject bevat dus een reeks beperkingen op de gebruiksvriendelijkheid en de aantrekkelijkheid. De combinatie van het lage bedrag, de moeilijke manier van innen, het beperkt aantal inzamelpunten, het beperkt aantal deelnemende handelszaken, het maximumplafond en de beperking tot blikjes uit het zwerfafval zijn telkens remmen op het functioneren van het pilootproject.
Het is dan ook bijzonder opmerkelijk dat er, ondanks al die beperkingen en remmen, toch 40.000 blikjes zijn ingezameld op 42 dagen, volgens de cijfers van Bruzz. Dat is dus een gemiddelde van meer dan 300 blikjes per inzamelpunt per dag. Ter vergelijking: een statiegeldautomaat in Noorwegen neemt per dag gemiddeld 740 blikjes Ć©n flesjes in.
āOndanks dat het pilootproject nodeloos ingewikkeld werd gemaakt, werkt het toch! Het geeft aan hoe groot de vraag van de mensen naar een echt statiegeldsysteem wel is. Dit systeem levert hen maar een schijntje op van wat echt statiegeld zou doen. Maar zelfs dan gaan de mensen er nog op in. De consumenten willen hun blikjes zo milieuvriendelijk mogelijk kwijt geraken. De motor van statiegeld is zo sterk, dat het zelfs vooruitgaat met de handrem opā, analyseert milieuorganisatie Recycling Netwerk Benelux.