Het onderzoek dat het RIVM en het ministerie van Infrastructuur en Milieu nu gaan doen moet voldoende representatief en vertrouwenwekkend zijn, zegt milieuorganisatie Recycling Netwerk naar aanleiding van de Zembla-reportage woensdagavond.
“Om van een grondig en representatief onderzoek te kunnen spreken, zal het wel aan de nodige voorwaarden moeten voldoen. Niet weer van die onderzoekjes naar vier of vijf van de duizenden kunstgrasvelden, zoals die zijn opgeleverd door de autobandenbranche. Nodig is een breed onderzoek, dat bijvoorbeeld ook rekening houdt met de grote verscheidenheid aan rubberkorrels, sportvelden en ondergrond”, benadrukt Robbert van Duin, voorzitter van milieuorganisatie Recycling Netwerk.
Voor Recycling Netwerk moet dit onderzoek de milieugevolgen kwantificeren met daarbij de bandbreedte die het gevolg is van allerlei verschillen bij het gebruik van het bandenafval.
Daarbij zijn vooral de volgende factoren van belang:
⦁ De verschillen in soorten versnipperde autobanden. Het gaat om snippers en korrels van verschillende grootte, van zowel auto- als vrachtwagenbanden, van verschillende merken, uit verschillende landen en dus met een verschillende samenstelling.
⦁ De types kunstgrasvelden. Het gaat niet alleen om officiële voetbalvelden, maar ook om honderden trainingsvelden, trapveldjes, hockeyvelden, korfbalvelden, rugbyvelden, etc.
⦁ De verschillende manieren van aanleg. Het gaat om rubbersnippers op velden met een drainagelaag, maar ook om korrels in die laag en om situaties zonder drainagelaag.
⦁ De wijze van afwatering: op het riool of op sloten of ander oppervlaktewater.
⦁ De diversiteit in bodemtypes.
Het onderzoek moet zich richten op emissies van zware metalen zoals zink, maar ook op minerale oliën, de uitstoot van poly aromatische koolwaterstoffen (PAKs), octylphenol en andere organische stoffen.
“Daartoe moeten niet alleen de bodem en de bermen, maar ook het grondwater, het oppervlaktewater en het slib geanalyseerd worden. Het volstaat dus niet om enkele drainageputjes te analyseren nadat ze zijn schoongespoeld door een regenbui”, zegt Robbert van Duin: “En om representatief te zijn, moet het dus een grootschalig onderzoek worden van waarschijnlijk honderden terreinen. Want het ene kunstgrasveld is het andere niet”, analyseert van Duin.
Ten slotte moet het RIVM ook de aantasting van de biodiversiteit door het omschakelen van echt gras naar kunstgras in rekening nemen. “Laten we niet vergeten dat in een stad de sportvelden, na de parken, de grootste groene oppervlakte vormen. Het overschakelen naar kunstgras heeft dus sowieso een impact op de natuur en de biodiversiteit in de steden”, besluit de voorzitter van Recycling Netwerk.
Meer informatie:
Robbert van Duin
Voorzitter Recycling Netwerk
robbertvanduin@recyclingnetwerk.org
+31 578 662 233
+31 6 40 50 40 20