ILT komt met nieuwe dwangsom, Verpact haalt wederom doelen niet

door Maarten van Heuven | 11 september 2025

“De uitvoering van het statiegeldsysteem moet en kan beter.” Met deze woorden begint Thierry Aartsen (VVD), demissionair staatssecretaris van circulaire economie, zijn meest recente kamerbrief over statiegeld. In de brief uit Aartsen zijn ontevredenheid over de inzameling: Verpact haalt het wettelijke doel van 90% nog altijd niet, consumenten ervaren teveel ongemak (door o.a. een tekort aan innamepunten, defecte innamepunten en te lange rijen) en hij ziet een toename van rommel bij openbare prullenbakken. Ondertussen is de ILT met een nieuwe dwangsom gekomen.

Middels een publieksverslag maakte Verpact de inzamelcijfers over 2024 bekend.
– De inzameling van plastic flessen en flesjes bedroeg 77% van het totaal, waarvan 72% via statiegeld en 5% via PMD. In 2023 werd 74% ingezameld en in 2022 werd 68% ingezameld. Er is een stijgende lijn te zien, maar wel een afvlakkende,
– Van de metalen verpakkingen (blikjes) werd 83% ingezameld, waarvan 75% via statiegeld en 8% via PMD. Omdat statiegeld op blikjes per 1 april 2023 is ingevoerd, zijn er geen eerdere jaarcijfers.
– Verpact haalt met deze cijfers het wettelijk doel van 90% niet. Wat betreft flessen/flesjes is Verpact voor drie jaar achtereenvolgens in overtreding. Ook wanneer alleen de flessen/flesjes in het statiegeldsysteem geteld worden (statiegeld is niet verplicht op flesjes met sap en zuivel) bedraagt het inzamelpercentage in 2024 slechts 83% (exclusief PMD).

Tegen verhoging van statiegeld

In zijn kamerbrief kondigt Aartsen aan in gesprek te gaan met het verpakkend bedrijfsleven omdat diens prestaties ondermaats zijn. Met die ferme toon zouden we blij moeten zijn. Helaas ontbreken ondertussen wel concrete maatregelen of acties. Deze brief bevat vooral een pleidooi tegen de verhoging van statiegeld: “De verwachte impact op het inzamelpercentage per verhoogde cent is klein, terwijl het de aanschafkosten van de boodschappen verhoogt. Het lost bovendien de onderliggende problemen niet op.” We zijn het eens met de staatssecretaris dat er te weinig innamepunten zijn, maar dat komt ook doordat er in Nederland geen innameplicht is opgenomen in de wet.

Verhoging van statiegeld, werkt overigens wèl, schreven wij al eerder, op basis van cijfers van Reloop. Noorwegen bijvoorbeeld krikte het inleverpercentage van blikjes op van 84,3% naar 93% door het statiegeldbedrag in 2018 met omgerekend tien eurocent te verhogen. In de Amerikaanse staat Oregon steeg het inleverpercentage van alle drankverpakkingen van 73% naar 86% in twee jaar tijd door het statiegeld met vijf dollarcent te verhogen. Een verhoging van statiegeld in de Canadese staat Alberta zorgde voor 12% meer inlevering in een periode van drie jaar tijd. De staatssecretaris ontwijkt wat ons betreft de politieke keuze die misschien gevoelig ligt – maar wel nodig is.

 

Positieve (financiele) prikkels

In zijn recente kamerbrief schrijft de staatssecretaris ook: “Zolang de innamesystematiek nog niet geoptimaliseerd is, vind ik dat er moet worden ingezet op positieve (financiële) prikkels om de consument te verleiden om correct in te leveren, zonder dat dit impact heeft op de boodschappenkosten.” Positieve (financiële) prikkels vinden wij als Fair Resource Foundation een belangrijk instrument. Niet voor niets pleiten wij samen met Consumentenbond en Milieudefensie sinds december 2024 voor een retourpremie

Deze premie houdt in dat consumenten 15 cent statiegeld voor flesjes en blikjes betalen, en dat ze bij het inleveren 20 cent terugkrijgen. Deze financiële prikkel van 5 cent extra beloont consumenten voor het daadwerkelijk terugbrengen van drankverpakkingen. Verpact verwezenlijkt sneller het wettelijk doel van 90% en het half miljard aan statiegeld dat wel betaald, maar niet uitgekeerd is, keert zo terug naar de consument. In zijn brief gebruikt Aartsen het woord retourpremie helaas niet, dus wij zijn heel benieuwd welke positieve (financiële) prikkels hij dan wel bedoelt. 

De Telegraaf schrijft over “een inleverbonus die de Inspectie voor Leefomgeving en Transport (ILT) voorstelt om de consument te verleiden vaker naar een inleverautomaat te lopen”, en voegt toe dat de hoogte van die bonus onbekend is. Verpact vindt dit geen goed idee omdat de overlast van zogeheten blikjes in de grote steden zou verergeren: “We zien nu al veel overlast. En hoe meer geld iets waard is, hoe meer overlast je gaat krijgen”, zegt Verpact. Wij zeggen: schuif het probleem niet al op de statiegeldrapers die goed werk doen, maar maak het inleveren makkelijker door meer inleverpunten via een innameplicht. Daar is Verpact inmiddels ook een voorstander van.

 

Nieuwe last onder dwangsom

En nu komen we bij het echte nieuws: de staatssecretaris spreekt over verhoging van statiegeld in de context van een nadere last onder dwangsom die de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) aan Verpact heeft opgelegd. De staatssecretaris gaat niet in op de inhoud van deze nieuwe dwangsom. Ook de ILT zelf heeft nog niets gepubliceerd over deze nieuwe dwangsom die Verpact naar de 90% inzameling moet brengen. Maar die dwangsom gaat hoogstwaarschijnlijk wél over verhoging van statiegeld en/of een andere financiële prikkel die bijdraagt aan een hoger inleverpercentage, aangezien Aartsen deze punten bespreekt. En met deze brief lijkt Aartsen publiekelijk richting en context te geven aan een dwangsom waarvan de inhoud niet publiekelijk bekend is.

Ondertussen vergeet staatssecretaris Aartsen stil te staan bij andere verbeteringen van het systeem, waar zijn voorganger Chris Jansen (PVV) mee bezig was. Namelijk: 

  • verplicht statiegeld op plastic flessen met sap: door de aangenomen motie-Wingelaar is dit liefst ingevoerd per 1 januari 2026;
  • verplicht statiegeld op plastic flessen met zuivel: Jansen zou een en ander uitzoeken wat mogelijk zou zijn; 
  • innameplicht: Jansen zou in het eerste kwartaal van 2026 met een onderzoek komen;
  • import van verpakkingen zonder statiegeld: niet de importeurs maar verkopers worden verantwoordelijk voor statiegeld, wilde Jansen. 

Het is jammer dat Aartsen in zijn brief niet ingaat op deze punten. Want dit zijn maatregelen waarvan we weten dat die voor gewenst succes zullen zorgen. 

Uiteindelijk is zijn kamerbrief ook wel wat vreemd. Want de staatssecretaris gaat niet in op lopend beleid, maar spreekt wel over een nieuwe last onder dwangsom van de ILT zonder te spreken over de concrete inhoud ervan. Maar door te ageren tegen verhoging van statiegeld en te pleiten voor positieve (financiële) prikkels, lijkt het wel alsof hij het niet eens is met de inhoud van de dwangsom en de behoefte voelde om tegen de ILT in te gaan. Wat in deze context dan wel bijzonder is: het is gebruikelijk dat lasten onder dwangsom van de ILT ondertekend worden namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat.

 

FinanciEle transparantie

Op donderdag 11 september debatteerden de woordvoerders Circulaire Economie met elkaar in een commissiedebat. In het debat weigerde staatssecretaris Aartsen de motie-Wingelaar uit te voeren die opriep om liefst per 1 januari statiegeld te verplichten op kunststof flessen met sap. Statiegeld op deze flessen is nu al mogelijk en gebeurt ook daadwerkelijk. Maar Aartsen voert de verplichting niet in en negeert de motie. “Eerst moet Verpact met een totaalplan ervoor zorgen dat ‘de basis op orde’ is”, zo vat AfvalOnline het standpunt van Aartsen samen. Deze uitsteltruc is uitzonderlijk jammer: een verplichting zou leiden tot meer inzameling en dus meer behoud van grondstoffen. 

Aartsen uitte zich in het debat ontevreden over de financiële transparantie van Verpact. Terecht, want Verpact biedt weinig tot geen inzicht in de geldstromen rond statiegeld. Zo is nooit inzichtelijk gemaakt wat gebeurt met het half miljard aan niet uitgekeerd statiegeld over de jaren 2021-2024. Verpact zegt wel steeds dat dit geld teruggaat in het systeem, maar hoe en hoeveel is nergens terug te vinden. Bij het publieksverslag was dit jaar ook een financieel deel toegevoegd.

Tamelijk summier, maar wat opvalt: het statiegeld kostte in 205 miljoen euro. Producenten betaalden 33 miljoen euro aan het systeem. En het gros van de inkomsten komt van de consument: in 2024 bedroeg het bedrag aan niet uitgekeerd statiegeld 139 miljoen. De verhouding tussen inkomsten van consumenten en producenten is echt wel scheef: consumenten betalen samen ruim vier keer zoveel aan het systeem dan producenten. Doordat het doel van 90% niet gehaald wordt komen er extra inkomsten binnen middels niet uitgekeerd statiegeld en zo kan de bijdrage van producenten laag blijven.

“In 2024 is er voor meer dan 75 miljoen euro aan nieuwe automaten aangeschaft en in bruikleen geplaatst bij innamepunten”, schrijft Verpact. Een goede investering, want Nederland heeft veel te weinig innamepunten en Verpact maakte weinig haast met nieuwe innamepunten. Tot ontevredenheid van de ILT die in 2024 lastte dat Verpact vóór 1 januari 2027 minimaal 5.400 extra uitbetalende inleverpunten moet realiseren. Hoeveel inleverpunten in 2024 daadwerkelijk gerealiseerden, zien wij niet terug. Hoeveel geld naar de overhead van Verpact zelf gaat zien wij overigens ook niet terug. 

 

Gerelateerde tags

More on this topic

Waar en waarom: financiering van de handel in plastic afval

Waar en waarom: financiering van de handel in plastic afval

In ons vorige artikel hebben we een breed overzicht gegeven van de omvang en het belang van de internationale handel in plastic afval (PW). In dit artikel zullen we vervolgens belichten waarom de handel in plastic afval zo’n winstgevende sector is en wat de prikkels zijn om deze handel buiten de wet om te drijven.

Lees meer