Nog steeds is in Europa storten de belangrijkste methode om huishoudelijk afval te verwerken. Maar liefst 40% van het Europees huishoudelijk afval belandt op de stortplaats. Dat blijkt uit de jaarcijfers over 2008 van Eurostat, het EU-bureau voor de Statistiek. In een aantal landen, waaronder Bulgarije, Malta en Letland, wordt meer dan 90% van het huishoudelijk afval op deze niet al te milieuvriendelijke manier verwerkt. Uit de cijfers blijkt verder dat Nederland nog steeds geen voorloper is op het gebied van recycling.
Van de totale ruim 260 Mton aan huishoudelijk afval wordt verder 22% gerecycled, 19% verbrand en 17% gecomposteerd. De grootste recycler van alle EU-landen is Duitsland. Dat land stort nagenoeg geen afval meer (1%), en het grootste deel van het huishoudelijk afval wordt bij onze oosterburen gerecycled (46%) of gecomposteerd (16%). Ook Nederland stort slechts 1% van het huishoudelijke afval, echt alleen die materialen die niet verbrand kunnen worden.
Middenmoot
Wel behoort Nederland niet tot de beste landen als het gaat om recycling. Ze neemt van de 27 lidstaten de zevende plaats in qua recyclingpercentage, in de middenmoot dus. In ons land wordt 27% van het huishoudelijk afval gerecycled. Landen als Zweden, Slovenië, België, Ierland en Oostenrijk recyclen meer.
Uit de Eurostat-cijfers van 2008 blijkt dat de gemiddelde Europeaan ten opzichte van een jaar daarvoor een kilo minder aan huishoudelijk afval is gaan produceren: 524 kg per jaar. De Denen produceren het meeste afval thuis (802 kg) en ook de Cyprioten en Ieren staan hoog boven het gemiddelde. De gemiddelde Nederlander produceert overigens ook nog bijna 100 kg meer dan het Europese gemiddelde: 622 kg per inwoner. De minst grote afvalbergen in het huishouden zijn in Tsjechie (306 kg per inwoner), Polen (320 kg) en Slowakije (328 kg) te vinden.
Jaarcijfers Eurostat
Lees ook het artikel in de Gazet van Antwerpen over de gevolgen van storten in Oost-Europa